Bij de twintig weken echo hadden ze het al gezien. Er ging iets niet goed met Jelte. Zijn urineleider was verstopt, waardoor hij tijdens de zwangerschap niet kon plassen zoals het hoorde, de urineleider vergroot werd en zijn nieren kapot gingen. Na zijn geboorte kwam hij onmiddellijk in de medische molen en stelden de artsen vast dat de nier-schade enorm was.
De nieren bleven klein en zouden maar voor maximaal 15% functioneren. Een preventieve transplantatie was gewenst, er moest een donor worden gevonden.
Vader Siebe: ‘En toen kwamen ze bij mij uit. Natuurlijk wilde ik dat doen voor mijn kind, maar het traject dat dan volgt is nog heel spannend. Als je een nier doneert, moet je gezonder zijn dan gemiddeld en ga je een half jaar door allerlei testen, want het is ook nog eens de vraag: wat is de impact op het leven met één nier? Toen er uiteindelijk medio mei groen licht kwam, ging het heel snel en op 6 juni 2024 was er al een plekje in het ziekenhuis voor de transplantatie. Het was heel spannend, maar alles ging goed.’
Jelte, hoe jong en klein ook nog, begreep dondersgoed wat er gebeurde. Dat hij de nier van papa kreeg, daar was hij zich van bewust. ‘Het werd al zijn vijfde operatie, hij kende het ziekenhuis inmiddels van binnen en van buiten. Dat is wel traumatisch voor hem, Jelte heeft er soms flink last van als hij gaat slapen. Dan doemen de beelden op van slangen en draden, narcose en pijn. Aan de andere kant is hij heel dankbaar.
Toen we twee weken na de transplantatie uit het ziekenhuis weg mochten riep hij heel vrolijk: “Doei ziekenhuis, dankjewel ziekenhuis!
Het herstel ging bij Jelte voorspoedig. Na drie dagen liep hij al weer rond. Dat gaat bij kinderen toch altijd weer verrassend snel. Zelf ben ik een maand thuisgebleven, daarna kon ik weer klachtenvrij naar mijn werk. Die maand was intens, ineens was ik zelf ook een patiënt en als vader wil je zo graag er staan en zijn voor je gezin. We hebben ook nog een zoontje van anderhalf, Bas, en ik kon Bas natuurlijk even niet tillen. Charlotte, mijn vrouw, was dan wel eens met Jelte naar het ziekenhuis en dan was ik heel gelukkig dat mijn twee broers ons zo hielpen, die waren er soms dag en nacht. Fantastisch hoe we dit met de hele familie samen hebben getrokken.’
Siebe vertelt zijn verhaal sterk en stoer, maar het valt niet te ontkennen: het zijn zware jaren voor het jonge gezin. ‘En we zijn er nog niet. Jelte heeft nu drie nieren, maar die oude twee zijn beschadigd en laten veel vocht lopen. Jelte is nog niet zindelijk en ’s nachts heeft hij een pomp naast zijn bed. Hij moet heel veel drinken en veel zout eten, want anders heeft hij fiks tekort aan vocht en zout. We zijn nog altijd best afhankelijk van de zorg, maar Jelte heeft al veel meer energie dan ooit, kan veel meer en is een ongekend sterk mannetje dat overal het beste van maakt. Ik heb daar de grootst mogelijke bewondering voor. Hij heeft al zoveel meegemaakt en kan zich dan toch ergens zorgeloos instorten. Zo knap.’
Het was precies wat er gebeurde toen Make-A-Wish op het pad van Jelte kwam en hem vroeg naar zijn liefste wens.
Mijn broertje werkt als kraanmachinist in de infra, een wereld vol kraan- en graafmachines. Dat is voor Jelte iets magisch.
Die grote apparaten, daar kan hij eindeloos naar kijken. De bouw en de brandweer, die werelden zijn voor hem het ultieme, dus de wens was al snel duidelijk: daarin mogen meelopen. Hij kreeg een klein kraanmachinetje cadeau en een pyjama, dat heeft ie drie maanden lang gekoesterd, zoals ie ook dagelijks op de aftelkalender keek. De laatste week voor de wensvervulling vroeg ie continu:
“Hoeveel nachtjes nog, papa?” En altijd: “Papa, ik hóóp dat de brandweer komt.”
Die kwam. ‘Toen de brandweerauto voor kwam rijden om ons op te halen, zag ik zijn stralende gezicht en was alles al prachtig. Zorgeloos stapte hij, zonder enig voorbehoud, in, kreeg zijn brandweeroutfitje aan en was helemaal in zijn wereldje. Daarna was er een lunch in een pannenkoekenrestaurant en kreeg hij zijn tweede outfitje aan, de oranje overall die hij zo goed kende van mijn broertje. “Naar de bouwplaats!” riep hij meteen toen ie dat oranje pakkie zag, en ook: “Alkmaar!”, want dat is de plek waar zijn oom werkt. Hij begon helemaal met zijn armpjes te wapperen, zo geweldig als hij het allemaal vond.’
Eenmaal thuis, moe van alle prikkels, ging Jelte nog even spelen met zijn dierbare cadeau, een brandweerwagentje. En toen, eenmaal in zijn bedje, kwam de film in zijn hoofd terug, wat ie allemaal had meegemaakt. Siebe: ‘Ik vroeg hem: waar ga je van dromen? We praatten over dat we langs opa waren gereden, dat er koffie en taart was geweest, over de mensen van de vrijwillige brandweer die allemaal hun normale werk hadden verlaten om er toch maar bij te kunnen zijn. We hadden het over al die mannen van mijn broertjes bedrijf die erbij waren en zich helemaal inzetten. Daardoor leek alles echt voor Jelte.
Bij de brandweer deden ze alsof er toevallig net een brand was en ze moesten uitrukken, die opwinding en actie: schitterend natuurlijk. Alles werd zo geweldig georganiseerd en begeleid door Make-A-Wish, ik neem mijn pet er voor af. Die hele film liepen we langs, maar op mijn vraag “waar ga je nu van dromen?” zei hij: “De limo, papa. Dat we samen in de limousine zaten en alles wat ik lekker vind er was. Bananen, appels, chips…” Dat vond-ie zo magisch, het liefst was ie de volgende dag weer in die limo gestapt om weer zo’n wensvervulling te krijgen.’
Siebe lacht: ‘We hebben inmiddels al wel twintig keer de filmpjes teruggekeken. Ik denk dat Jelte nog jarenlang vol plezier op de Wish Journey terugkijkt, daarop kan teren. Hij verstaat de kunst het zonnige uit het leven te halen en dat uit te lichten. Mijn vrouw en ik staan er ook zo in. Wat kunnen we anders? We móeten verder. We zijn vaak terneergeslagen geweest na nare berichten, maar we hebben ons ook altijd weer snel eroverheen kunnen zetten. Bloedprikken, weer onderzoeken, operaties, koorts krijgen en dan weer snel naar het ziekenhuis moeten, want bij Jelte is dat altijd een risico, je leert ermee leven. Jelte zelf kan dat als de beste.
Hij heeft zoveel veerkracht, altijd is het: als het klaar is, is het ook weer klaar en door.
Er is zoveel met dat mannetje gebeurd, maar hij richt zijn blik altijd op vooruit. Nu gaat hij straks naar school en dat wordt, omdat hij niet zindelijk is, nog erg spannend. Maar dankzij zijn nieuwe nier kan hij heel veel stappen wél zetten en als we hem vragen wat hij ervan vindt dat hij straks naar school mag? Dan zegt ie: “Ik heb er heel veel zin in.”’
Wil je helpen om meer liefste wensen, zoals die van Jelte, in vervulling te laten gaan?